Je hebt twee soorten beleidsmakers. De eerste bestaat uit mensen die beleidsnota’s schrijven en de tweede omvat mensen die beleidsprocessen organiseren. De eerstgenoemden focussen op de gewenste situatie in de toekomst, terwijl de tweede de focus op de ongewenste situatie van de dag van vandaag leggen.
In de Basiscursus Samenlevingsbeleid, die op 1 september beschikbaar komt, leg ik aan de hand van wetenschappelijk methodologische gronden uit waarom succesvol beleid tot stand komt via een proces.
Onder de mensen die beleidsnota’s schrijven bevindt zich nog een bijzondere soort en dat is die van de scenarioschrijvers. Deze lieden bedenken scenario’s voor de toekomst op basis van uiteenlopende aannames om vervolgens te discussiëren over welke de meest wenselijke variant is. Dan moet deze natuurlijk in de praktijk worden nagestreefd door eenvoudig aan wat knoppen te draaien. Maar helaas, zo werken de dingen niet.
Toen ik jaren geleden nog door het hele land reisde om presentaties te verzorgen over demografische ontwikkelingen – in het bijzonder bevolkingsdaling – kreeg ik geregeld vanuit de zaal toegeroepen dat ook forse groei van de bevolking mogelijk was.
Het Centraal Planbureau (CBP) had immers vier scenario’s gemaakt (in 2004 met de scope op 2040). Een daarvan liet een behoorlijke bevolkingsgroei zien. Dat kwam door de aanname dat het vruchtbaarheidscijfer zou stijgen naar gemiddeld 2,1 kind per vrouw, structureel. Terwijl dat cijfer al zo’n dertig jaar schommelde rond de 1,7 (en dat is nog steeds zo). Zo kan ik ook scenario’s bedenken.
De redenering van de betreffende opponenten uit de zaal was heel simpel. Het CPB schrijft dat het kan, dus kiezen we voor groei en daarmee is bevolkingsdaling onzin. Oh ja, en als de bevolking in een regio afneemt, dan zijn ze dat zelf schuld. Boem. Einde discussie.
Sinds die tijd heb ik een grondige hekel aan scenario’s.
Vorige week verscheen van de hand van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een verkenning van de omvang en samenstelling van de bevolking in Nederland in 2050. Ze hebben dit geschreven op verzoek van de Tweede Kamer, die graag wil weten wat de maatschappelijke gevolgen zijn van de demografische verandering.
Goeie vraag zou ik zeggen, maar mijn keus zou zijn om een grondige analyse te maken van de stand van zaken op dit moment inclusief de meest waarschijnlijke demografische ontwikkelingen.
Nu worden diverse scenario’s gepresenteerd waaronder die van een enorme groei van de bevolking naar 22 miljoen in 2050, voornamelijk veroorzaakt door een grote toestroom van migranten. Ik zie het politieke debat al voor me: ‘Nederland raakt ontwricht, grenzen dicht’. Boem. Einde discussie.
Paul Scheffer schrijft in NRC van dit weekend hoopvol dat ‘bewuste vormgeving van Nederland als immigratieland helpt om (…) tegenstellingen te overbruggen’.
Ik vrees dat we met het denken in scenario’s het tegendeel bereiken.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld