Ik heb vorige week de vraag aan je voorgelegd wat je vindt van het voorstel van de Commissie Remkes om kiezers de gelegenheid te geven om bij verkiezingen een stem op een partij of een stem op een kandidaat uit te brengen.
Iemand reageerde met de opmerking dat dit toch logisch is. Daar zit juist bij veel wijzigingsvoorstellen de pijn. Dingen lijken logisch en vanuit die logica wordt een nieuwe weg bewandeld. Net zoals een referendum een logisch instrument lijkt uit een oogpunt van democratie, is het dat niet.
Het punt is dat je zonder een gedegen analyse de (vermeende) logica niet kunt aantonen. Dat is ook de makke van het rapport van Remkes. Er worden maatschappelijke ontwikkelingen geschetst die de democratie onder druk zetten, maar nergens wordt een verband aangetoond tussen het kiesstelsel, zoals we dat nu hebben, en de kracht of zwakte van de band tussen kiezer en gekozene.
Daarmee komt het hierboven genoemde voorstel uit de lucht vallen. Gemakshalve heeft de commissie aansluiting gezocht bij een voorstel dat in 2006 door het Burgerforum kiesstelsel werd gedaan:
‘De gedachte van het burgerforum was dat een kiezer bij een stem op een partij aangeeft dat hij of zij de ideeën van die partij steunt en bovendien vertrouwen heeft in de door die partij opgestelde lijstvolgorde. Bij een voorkeurstem geeft de kiezer volgens het burgerforum gericht aan dat hij of zij een bepaalde kandidaat graag in de Tweede Kamer ziet. De voorkeurdrempel (in het bestaande kiesstelsel 25 procent van de kiesdeler) zou in het voorstel van het burgerforum komen te vervallen.’ (Bron: parlement.com)
In dat nieuw voorgestelde systeem is het mogelijk dat kandidaten met minder voorkeursstemmen worden gekozen dan in het huidige systeem met voorkeurdrempel. Dan denk ik, hoezo sterkere band tussen kiezer en gekozene? Bovendien wordt het de kiezer ook nog een keer moeilijk gemaakt.
Het gaat wat mij betreft trouwens niet om een een-op-een-band tussen een politicus en een kiezer, maar over de band van gekozenen met het volk. Ik pleit ervoor om de rol die politieke partijen spelen – of moet ik zeggen speelden – weer te verstevigen. Ze zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kandidaat-volksvertegenwoordigers, via scouting, opleiding en selectie.
Een van de kwaliteiten van een volksvertegenwoordiger zit opgesloten in deze benaming: in staat zijn om het volk te vertegenwoordigen. Dit behoort dan ook een belangrijk criterium te zijn bij het selectieproces van politici die een actieve rol willen spelen in het openbaar bestuur.
Ik kies daarom voor om het bestaande kiesstelsel op dit punt intact te laten. Dit stelsel biedt ook zeer wel de mogelijkheid om persoonsgericht te stemmen.
Ik heb deze week de paragraaf ‘De band tussen kiezer en gekozene’ geschreven dat een plek krijgt in mijn boek. Daar ga ik wat dieper op het vraagstuk in. Je kunt het hier lezen.
Reacties zijn natuurlijk weer welkom.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld