Sinds het aantreden van het huidige kabinet gebeurt er elke week wel iets waar ik me over verbaas. Rare dingen die we nog niet eerder hebben meegemaakt. Dat alles is terug te voeren op onervarenheid van nieuwe politieke partijen, partijen die nog nooit geregeerd hebben, een extraparlementair kabinet, waarover zelfs coalitiepartijen het niet met elkaar eens zijn wat de betekenis daarvan is, een ambtenaar die opeens politiek-bestuurlijk leiderschap moet tonen, een politiek leider die normale politieke omgangsvormen negeert, bewindslieden die in rap tempo het schip verlaten, en wellicht vergeet ik nog wat.
We kunnen aan dit rijtje een nieuw fenomeen toevoegen: het minachten van de positie van het bestuur ten opzichte van die van het parlement. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. Er wordt in achterkamertjes een deal gesloten door fractieleiders, dat consequenties heeft voor de begroting, en de verantwoordelijk minister weet van niets.
Natuurlijk, het budgetrecht ligt bij de Tweede Kamer en dat hoort ook zo, maar de mores stelt dat de verantwoordelijk minister in de gelegenheid moet worden gesteld om een oordeel te hebben over een voorstel dat zijn beleid raakt. Ik heb het concreet over minister Agema die geconfronteerd wordt met een bezuiniging die haar in de wielen rijdt en die nota bene wordt doorgevoerd om een probleem in een andere begroting – dat van onderwijs – te repareren.
Wat ik trouwens kwalijker vind, is dat de achterkamertjesdeal over de onderwijsbegroting is gemaakt vanwege het gegeven dat de coalitie geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Er wordt dan onderhandeld om niet alleen in de Tweede maar ook in de senaat tot een meerderheid te komen. Daarmee wordt de Eerste Kamer gepolitiseerd, hetgeen overigens niet nieuw is.
Wanneer er in de Tweede Kamer een meerderheid is om 2 miljard euro te bezuinigen op onderwijs dan is dat volstrekt democratisch en legitiem. Ook al is het dwaas, dan nog is het niet aan de Eerste Kamer om dat om politieke redenen te blokkeren.
De Eerste Kamer wordt ook wel de Chambre de Réflexion genoemd: een kamer van heroverweging. De belangrijkste taak van de Eerste Kamer is om wetsvoorstellen, die eerder door de Tweede Kamer zijn aangenomen, nog een keer tegen het licht te houden en te toetsen op kwaliteit ten aanzien van rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Dat geldt ook voor een begroting, die ook een wet in formele zin is.
Ik beschouw het werk van de Eerste Kamer als een belangrijk element van de checks and balances van onze rechtsstaat. Door de senaat te politiseren gaat dit orgaan Tweede Kamertje spelen doet het niet wat het moet doen. Sterker, het ondermijnt op deze manier de rechtsstaat.
Waar zijn de politieke partijen die het hardst roepen dat de rechtsstaat moet worden beschermd? Juist, ze zitten in die achterkamertjes.
Peter Hovens
peter@samenwereld.nl
Coöperatie SamenWereld