Ik heb vorige week aangekondigd dat ik de vraag wil beantwoorden wat de bekwaamheids- en geschiktheidseisen zijn voor Tweede Kamerleden. En in het verlengde daarvan de vraag of de ‘hooplozen’ (Tim ’S Jongers) en de ‘onmisbaren’ (Ron Meyer) aan die eisen kunnen voldoen. Beide vragen beantwoord ik in het licht van de taken die een parlementariër heeft in een ideaal democratisch en rechtsstatelijk model.
Je hoort vaak dat de Tweede Kamer er vooral is om de regering te controleren. Ik vind deze taak minder belangrijk dan die van wetgevend orgaan. Een derde taak – daar hoor je zelden iets over – is die van volksvertegenwoordiger. In mijn ogen is dit de meest fundamentele opdracht; bovendien wordt die expliciet genoemd in de Grondwet.
Richt de selectieprocedure van kandidaat-politici zich op bekwaamheids- en geschiktheidseisen in relatie tot het adequaat kunnen invullen van een rol als volksvertegenwoordiger? Volgens mij worden kandidaten doorgaans geselecteerd op het hebben van specialistische kennis: juristen, sociologen, economen, politicologen, die bovendien een dijk aan ervaring hebben in de een of andere sector.
Het klinkt logisch om juist deze personen te scouten voor een plek in het parlement, maar ik plaats daar twee kanttekeningen bij:
- door het beschikken over kennis gaan Kamerleden concurreren met de minister en daardoor meebesturen;
- de behoefte om in de samenleving kennis op te halen acht men minder nodig.
Zo’n situatie leidt ertoe dat parlementariërs hun blik richten op de regering en daarmee met hun rug naar de samenleving gaan staan.
Ik ben daarom voorstander van het selecteren van politici die generalist zijn en begrijpen dat de samenleving een enorme bron van waarheid en wijsheid is, waartoe je je met groot respect moet verhouden.
Als het gaat om bekwaamheids- en geschiktheidseisen denk ik dat we vooral mensen nodig hebben die een open houding hebben, nieuwsgierig zijn en weten hoe ze de bovengenoemde bron moeten aanboren. En vooral moeten ze kunnen luisteren en nog een keer luisteren. Deze kwaliteiten zijn onmisbaar in een democratie, waarin een duurzame verbinding tussen leefwereld en systeemwereld van levensbelang is.
Er zitten tussen de ’hooplozen’ en ‘onmisbaren’ ongetwijfeld mensen die beschikken over de wenselijke kwaliteiten en noodzakelijke attitude.
Ben je dit met me eens?
Volgende week plaats ik het vraagstuk in het licht van de Tweede Kamer als wetgevend orgaan.
Peter Hovens
peter@samenwereld.nl
Coöperatie SamenWereld