Ik heb vorige week het voorstel gelanceerd om de volksvertegenwoordiging niet meer op te knippen in een deel dat we ‘coalitie’noemen en een deel dat de naam ‘oppositie’ krijgt.
De gemeenteraad, maar dat geldt ook voor provinciale staten en de Tweede Kamer, wordt daardoor enerzijds veel krachtiger en komt anderzijds tot betere besluiten. De kracht neemt toe, omdat hij niet langer de speelbal is van het college van Burgemeester en Wethouders en de besluiten worden beter, omdat gezamenlijk wordt gezocht naar de beste argumenten, die leiden tot de beste oplossingen.
Over twee weken ga ik in op de spelregel hoe zo’n besluitvormingsproces precies moet worden ingericht.
Nu sta ik stil bij de vraag hoe een en ander in zijn werk gaat meteen na de verkiezingen.
We zijn nu gewend dat na de verkiezingen een (in)formatieproces wordt gestart. In de praktijk start dit proces informeel ook al voor de verkiezingen, maar dat terzijde.
De grootste partij krijgt het voortouw en probeert een meerderheid te vinden om samen met andere partijen een coalitie te vormen, waarbij het lang niet altijd gaat over de inhoud, maar ook over de poppetjes, over elkaar wel of niet iets gunnen. Wie kan met wie door welke deur?
Dat proces wordt afgerond met een coalitieprogramma en de benoeming van wethouders met de verdeling van de portefeuilles.
Wanneer we uitgaan van de situatie die ik voorsta, namelijk geen coalitie-oppositie, maar één gemeenteraad, dan is het aan dit orgaan om – in plaats van een coalitieprogramma – te komen tot een samenlevingsagenda.
Dit is een bondig document waarin beschreven wordt welke thema’s de grootste prioriteit krijgen in de komende bestuursperiode. Welke maatschappelijke vraagstukken krijgen de hoogste aandacht en worden stevig aangepakt. Wat is er over vier jaar ten goede gekeerd? Wat heeft de gemeente tegen die tijd voor elkaar gebokst?
De gekozen volksvertegenwoordigers staan meteen na de verkiezingen voor de opgave om de samenlevingsagenda met elkaar te bepalen en die wordt unaniem vastgesteld. In een openbare zitting komen de leden van de gemeenteraad bijeen en ze stoppen pas wanneer er witte rook is. Is dat na een dag, dan is dat heel mooi. Is dat na twee weken, dan is dat ook geen probleem.
De samenlevingsagenda benoemt niet alleen de prioritaire thema’s, maar beschrijft ook de vraag waarom juist deze thema’s zijn gekozen. Waarom zijn deze zo belangrijk voor de samenleving? Ook over ‘het waarom’ moet overeenstemming bestaan.
De samenlevingsagenda gaat per se niet over de oplossingen van de maatschappelijke vraagstukken. Waarom niet? Omdat je pas oplossingen kunt geven na een grondige verkenning van het vraagstuk en een doorwrochte analyse. Als je dit namelijk niet doet dan trap je in de valkuil van het oplossingendenken, dat is een kapitale fout.
Een prachtige manier om er als gemeenteraad mee aan de slag te gaan is gebruik te maken van de op de Ubuntu-filosofie gebaseerde vergaderwijze LeKgotla of Kgotla (je speekt dit uit als ‘gotlâh’). Het beoogt om op een respectvolle manier met elkaar de dialoog aan te gaan. Er wordt naar elkaar geluisterd, de verschillende waarheden worden met elkaar gedeeld. Uiteindelijk volgt er een beslissing, ongeacht hoe lang dat duurt.
Uit: Willem H.J. de Liefde, African tribal leadership voor managers, van dialoog tot besluit, Kluwer, Deventer 2002, p.83
Hoe bepalen we nu precies de inhoud van de dialoog; wie bedenkt de thema’s? Deze worden ingebracht door de deelnemers en zullen waarschijnlijk afkomstig zijn uit de verschillende verkiezingsprogramma’s.
In de praktijk zal over de meeste thema’s geen verschil van opvatting bestaan, hooguit over de ‘waarom-vraag’. Door over en weer naar elkaar te luisteren en te streven naar ‘gedeeld begrip’ kom je daar wel uit.
De meest gevoelige zaken, waar op voorhand geen overeenstemming bestaat, zullen wat meer tijd vergen. Maar ook hier geldt dat er uiteindelijk een unaniem gedragen standpunt wordt bereikt. In de dialoog zal de verkiezingsuitslag op de achtergrond als toetsingskader een rol spelen. Respect voor de uitspraak van de kiezer is een belangrijk uitgangspunt.
Je begrijpt natuurlijk dat deze andere wijze van het bepalen van de politieke agenda ook consequenties heeft voor het schrijven van de verkiezingsprogramma’s. Deze bevatten wat mij betreft ook geen oplossingen. Dat is een zegen, want dan kunnen de politieke partijen de kiezers ook geen zaken beloven, die niet kunnen worden waargemaakt. Ik zal daar in mijn boek verder op ingaan.
Al met al kom ik tot de volgende spelregel.
Spelregel 5
Aan het begin van een nieuwe regeerperiode stelt de volksvertegenwoordiging een samenlevingsagenda op, die de ambitie beschrijft welke indringende maatschappelijke vraagstukken worden aangepakt en waarom.
Mocht je je afvragen hoe het dan zit met de collegevorming? Daar gaat spelregel 6 over.
Tot zover spelregel 5 van de 17.
Wil je hierop reageren? Ga zeker je gang.
Je kunt via een poll op mijn website aangeven ook aangeven of en in welke mate je het eens bent met deze en de vorige spelregels.
—————
Heb je vrienden, kennissen, collega’s die deze spelregel de moeite waard vinden, stuur dit bericht gerust door.
Zij kunnen zich online aanmelden wanneer ze zelf de spelregels per e-mail willen ontvangen.
Nieuwkomers die zich aanmelden zal ik vragen van wie ze de tip om zich aan te melden hebben ontvangen. Als jij de meeste belangstellenden hebt aangeleverd, dan krijg je van mij het boek SamenWereld gratis en natuurlijk door mij gesigneerd.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld