Vorige week heb ik een aantal sociaal-contract-denkers geïntroduceerd; de opvattingen van Jean Jacques Rousseau worden vandaag de dag nog steeds (algemeen) onderschreven.
Ook na hem hebben we nog politiek filosofen gekend die met dit vraagstuk in de weer zijn geweest, zoals Immanuel Kant (1724 – 1804) en Karl Marx (1818 – 1883). Aan dit rijtje wil ik de Amerikaan John Rawls (1921 – 2002) toevoegen.
De Algemene Wil waar Rousseau het over heeft is een abstract concept, het heeft niets te maken met een meerderheid van stemmen of een absolute eenstemmigheid. Belangrijker is dat iedereen in de positie is om een inbreng te hebben, niemand mag worden uitgezonderd.
Rawls voegt aan het hypothetische sociale contract het element ‘rechtvaardigheid’ toe.
Zijn denkproces ziet er als volgt uit. Wanneer ik als individu iets wil vinden van de inhoud van het sociaal contract en ik eis een rechtvaardige inhoud, dan moet ik me plaatsen in – wat Rawls noemt – de originele positie. Wat bedoelt hij daarmee?
De originele positie is de positie waarin ik én niet weet wie ik ben én niet weet in welke maatschappij ik terechtkom. Rawls noemt dat ook wel ‘de sluier van onwetendheid’ waar je je achter bevindt.
Als je niet weet wie je bent, dan weet je niet of je blank of zwart bent, man of vrouw, intelligent of dom, rijk of arm, gelovig of ongelovig, sportief of onsportief, et cetera.
De vraag die je je vanuit die positie moet stellen is ‘Hoe wil ik dat de maatschappij eruitziet, waarin ik terecht ga komen?’. Vind je bijvoorbeeld dat er een goed sociaal vangnet moet zijn voor mensen die kwetsbaar zijn? Wanneer je tot de groep kwetsbare mensen hoort zul je daar wel voor zijn, wanneer je er niet toebehoort vind je dat wellicht minder belangrijk. Maar uitgaande van Rawls originele positie weet je dus niet tot welke groep je behoort. Welke keus maak je dan?
Ander voorbeeld. Wil je een maatschappij waarin het geloof in het publieke domein domineert, bijvoorbeeld een islamitische samenleving waarin de sharia heerst of wil je een maatschappij waarin het geloof een ondergeschikte rol speelt en behoort tot het privédomein? Anders gezegd wat is raadzamer: als ongelovige terechtkomen in een door geloof gedomineerde maatschappij of als gelovige terechtkomen in een seculiere maatschappij?
Rawls adviseert om in dergelijke denkexercities je te verplaatsen in de positie van een persoon die zich in de meest onvoordelige situatie bevindt.
Hoe creëren we een politiek stelsel, dusdanig dat we kunnen spreken van een rechtvaardig politiek stelsel? Hoe zorgen we er met andere woorden voor dat mensen die nu buiten het stelsel geplaatst zijn of zich zo voelen hier weer een plek in krijgen.
Mag ik je vragen om je verplaatsen in de originele positie om vervolgens de vraag te beantwoorden ‘Wat is een rechtvaardig politiek stelsel?’
Ik weet het, het is geen gemakkelijke vraag. Probeer hem te beantwoorden. Alle antwoorden zijn goed. Ik ben benieuwd.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld.