In het eerste blog hebben we gesproken over de aansluiting die de overheid met de samenleving moet maken. De uitvoering van het beleid eindigt bij de samenleving en om de cirkel rond te krijgen moeten beleidsprocessen daar dus beginnen. Een ander principe dat bepalend is voor het bereiken van gewenste maatschappelijke resultaten is de idee dat de soevereiniteit bij het volk berust. Dat werd al door Aristoteles en Plato geformuleerd en is nog eens uitdrukkelijk vastgelegd in de Amerikaanse Declaration of Independence van 1776: “All sovereignty rests with the people”. De representatieve democratie is daarvan slechts een afgeleide om daadwerkelijk besturen mogelijk te maken. Je kunt niet elke dag met miljoenen mensen bezig zijn besluiten voor de hele samenleving te nemen.
Volkssoevereiniteit gaat uit van het principe dat het volk het hoogste gezag vormt
De verhouding tussen de overheid en de samenleving is behoorlijk veranderd en die verandering gaat nog steeds door. In de tijd van de politiek-maatschappelijke verzuiling van de tweede helft van de 20e eeuw werd alles aan de top geregeld en verticaal naar de basis toe georganiseerd. De afbrokkeling van de zuilen en de toename van de individualisering hebben ertoe geleid dat het vanzelfsprekende gezag van de overheid is afgenomen. In lijn met deze maatschappelijke ontwikkeling zien we een decentrale beweging ontstaan, waarbij niet langer alles op centraal niveau wordt bepaald maar verantwoordelijkheden van de rijksoverheid worden verschoven naar gemeenten, die ook wel de ‘eerste overheid’ worden genoemd. Die ontwikkeling heeft prominent gezicht gekregen bij de decentralisaties in het sociale domein (participatiewet, jeugdzorg en Wmo). Een dergelijke ontwikkeling gaat ook in het fysieke domein plaatsvinden door middel van de Omgevingswet, die naar verwachting in 2019 in werking zal treden.
Naast deze institutionele verschuivingen zien we dat vanuit de samenleving zelf steeds meer initiatieven van de grond komen. Het geduld om te wachten op de overheid raakt op. Het geloof in eigen kunnen neemt toe. De latente burgerkracht komt tot leven. De sterke opkomst van coöperaties – waarbij groepen van actieve burgers zelf verantwoordelijkheid nemen voor een samenlevingsbelang – is daar een duidelijke uiting van.
De twee bewegingen, decentralisatie van bovenaf vanuit de overheid en burgerinitiatieven van onderop, zullen elkaar ergens gaan ontmoeten. Dat proces is nu volop gaande, maar is nog niet afgerond. Enerzijds is de overheid bevreesd verantwoordelijkheden en bevoegdheden daadwerkelijk over te dragen naar burgers en maatschappelijke organisaties, anderzijds heeft de samenleving de neiging om alles wat er misgaat in het maatschappelijke domein in de schoenen van de overheid te schuiven.
Hoe dan ook zal de positie van de samenleving aan kracht moeten winnen. Bij Circulair Beleid Maken kiezen we voor een benadering van onderop vanuit de idee dat de soevereiniteit bij het volk berust. Dat betekent ook iets voor de positie van de overheid. Daar komen we later op terug.
In onderstaande afbeelding hebben we de positie van de samenleving al krachtiger (rond van vorm) neergezet.