Vorige week heb ik stilgestaan bij de IJzeren Wet van Michels, die zegt dat elke democratie zich ontwikkelt tot een oligarchie, waarbij de macht in handen komt van een elitair groepje.
J.A.A. van Doorn heeft getracht om het begrip ‘oligarchisering’ te operationaliseren door bestudering van het China van Mao aan de hand van de eerdergenoemde ijzeren wet in zijn in 1969 gepubliceerde De voortgezette revolutie: China en de ijzeren wet van de oligarchisering‘.
Van Doorn gebruikt drie setjes van twee indicatoren van oligarchisering:
- politieke organisatie: massale groei en bureaucratie;
- politieke leiders: elitisme en immobilisme;
- de burgers: passiviteit en apathie.
Bart Tromp uit zich in De samenleving als oplichterij (1977) nogal kritisch op de uitwerking van die indicatoren door Van Doorn en bovenal op zijn gebrek aan het leggen van verbanden tussen deze indicatoren, maar dit voor nu even terzijde.
Politieke organisatie
Zolang geleden is het nog niet dat het politieke speelveld werd gedomineerd door drie grote volkspartijen: PvdA, CDA en VVD. D66 zou je hieraan nog kunnen toevoegen. Elk van deze organisaties heeft op zich al te maken met interne oligarchisering. De partijtop bepaalt wat er gebeurt. De leden vormen tijdens de congressen een applausmachine. De afstand tot de burgers is immens groot.
Van de volkspartijen is niet veel meer over, alleen de VVD houdt (voorlopig) nog een beetje stand.
Is het antwoord op het bevechten van de oligarchie, dan misschien het afbreken van de grote politieke partijen? Ik krijg regelmatig reacties van Frans op mijn berichten; hij wijst telkens op de noodzaak tot het geheel afschaffen van politieke partijen.
In toenemende mate krijgen burgers afkeer tegen deze gang van zaken en zoeken naar andere wegen: niet meer stemmen, steunen van nieuwe partijen die zich verzetten tegen de elite. Bovendien zien we steeds meer afsplitsingen van politieke partijen, waardoor het politieke speelveld minder overzichtelijk wordt.
De nieuwkomers op het politieke toneel maken zichzelf onmogelijk door elkaar intern de tent uit te vechten (DENK, 50PLUS, FvD). De PVV kent formeel geen organisatie en zal imploderen op het moment dat Wilders afscheid neemt.
Politieke leiders
Misschien is niet eens zozeer de omvang van een politieke organisatie en de onvermijdelijke bureaucratie het probleem, als wel de informele doelstelling, namelijk het verwerven van politieke macht. Het creëren van een klein clubje machthebbers (elitisme) is daar instrumenteel aan. De elite streeft naar machtsbehoud en dient daarmee het eigen belang. De belangen van de minstbedeelden zijn dan ver te zoeken.
Het weigeren om machtsposities op te geven noemen we immobilisme. Dit laatste vind ik een zeer irritant kenmerk van politici. Waarom blijven ze eeuwig op hun plek zitten en maken ze geen ruimte voor nieuwkomers?
De burgers
En ten slotte, hoe krijg je de passiviteit en de apathie uit de burgers? Zijn deze de oorzaak of het gevolg van oligarchisering?
Mijn eerste voorzichtige conclusie is dat we verbetering van ons politiek stelsel vooral moeten zoeken in de positie, de taken en de rollen van politieke partijen.
Ik hoor graag hoe jij hier tegenaan kijkt. Ik kom er volgende week nog op terug.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld.