Er wordt volop geformeerd in Den Haag en in de provincie Limburg wordt een aanvang gemaakt met dit proces, nadat daar het voltallige college van gedeputeerde staten is opgestapt in verband met heftige integriteitsproblemen van CDA-bestuurders.
Ik denk dat ze in Limburg kunnen leren van de aanpak van Tjeenk Willink, die de inhoudelijke insteek kiest door eerst te praten met de Nationale Ombudsman, de directeur van het SCP en de voorzitter van de SER. Dat lijkt heel logisch, maar doorgaans worden dergelijke processen van meet af aan belast met de vraag ‘Wie wil met wie en met wie niet?’ Dan gaat het om de macht en de poppetjes.
Provinciale Staten van Limburg hebben besloten dat er een gids wordt aangesteld om te inventariseren hoe een nieuw provinciebestuur gevormd kan worden, dat op breed draagvlak in het Limburgs Parlement kan rekenen.
Ik zou deze gids willen meegeven vooral te kijken naar het proces in Den Haag. Meningen over of er een coalitiecollege, een extraparlementair college of een zakencollege moet komen doen er even niet toe.
Ik heb in mijn boekje Lokale overheid vernieuwd, Een spoorboekje voor politici die willen veranderen, al een proces beschreven hoe je tot een college komt wanneer je het volksvertegenwoordigende orgaan – in dit geval dus Provinciale Staten – niet splitst in een coalitie en oppositie.
Ook ik kies voor een inhoudelijke start van het proces met de volgende stappen.
- Om te beginnen wordt de Samenlevingsagenda unaniem vastgesteld door PS, waarin de prioritaire maatschappelijke thema’s (max. 7) worden benoemd.
- De politieke partijen krijgen de gelegenheid om per thema gekwalificeerde kandidaat-bestuurders aan te dragen.*
- Voor elk thema wordt een profielschets van de bestuurder opgesteld.
- Er wordt daarnaast een profielschets opgesteld voor het te vormen college als geheel.
- De kandidaat-bestuurders doorlopen een sollicitatieprocedure (voor elk thema een aparte sollicitatiecommissie), waarbij voor elk thema de beste twee sollicitanten worden doorgeleid naar het vervolgproces.
- Een aparte commissie stelt een evenwichtig team samen, gegeven de doorgeleide kandidaten, dat het college gaat vormen; dus per thema slechts een van de twee kandidaten. Politieke kleur speelt in principe geen, tenzij in de profielschets daar afspraken over zijn gemaakt.
- Ten slotte worden de kandidaten alvorens ze definitief worden benoemd door Provinciale Staten in een openbare zitting aan de tand gevoeld.
* Wat mij betreft mag ook het CDA kandidaten aandragen; er zijn genoeg CDA’ers die niet tot de club Vrehen behoren en die de laatste weken het limoengroen hebben verruild voor het schaamrood.
Deze procedure heeft als voordeel dat Provinciale Staten de leiding hebben over zowel de inhoud als het proces en dus niet de politieke partijen of kandidaat-bestuurders.
Dat is volstrekt anders dan het extraparlementaire college dat er zat. Zowel de inhoud als de kandidaten werden bepaald door Ger Koopmans; de volksvertegenwoordiging stond volledig buitenspel. Dat kan niet en dat mag niet. Ik heb daar eerder al mijn bedenkingen over geuit.
Hoe noem je zo’n college, zoals door mij voorgesteld? Heel simpel: een parlementair college.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld